Sponsors

Een wedstrijd voor IJslandse paarden, wat is dat?


De IJslander is gekend om zijn gangen. Naast de basisgangen stap, draf en galop kan een IJslander ook tölten. Sommigen kunnen daarnaast ook telgang.
In IJslanderwedstrijden staan deze “gangen” centraal.

Stap: zoals bij de andere paardenrassen worden hier de benen één voor één opgetild. Tijdens een proef wordt gekeken naar de vlotheid.

Draf: zoals bij de andere paardenrassen tilt het paard diagonaal een paar benen op. Tijdens een proef wordt gekeken of het paard voldoende gedreven is en naar de taktzuiverheid.

Tölt: specifiek voor een gangenpaard. De beenzetting is hetzelfde als in stap, maar de benen volgen elkaar sneller op. Er is geen zweefmoment zoals in draf waardoor de ruiter comfortabel kan blijven zitten. Tijdens een proef wordt gekeken of er voldoende drive zit in het paard maar vooral de taktzuiverheid is van groot belang.

Galop: zoals bij de andere paardenrassen een snelle gang.

Telgang: specifiek voor de IJslander. Het paard zet beurtelings zijn rechter- en linkerbenenpaar, met daartussen een zweefmoment. Door de enorme snelheid en stuwing krijgt de ruiter het gevoel dat het paard opstijgt. Tijdens een proef wordt gekeken naar de zuiverheid en naar de snelheid.

De proeven worden gereden op een ovaalbaan en zijn onderverdeeld in twee klassen: licht en zwaar.
In de lichte klassen rijden de jeugd- en recreatieruiters. De zware klasse, of sportklasse genoemd, wordt volgens de strenge normen van de FEIF (overkoepelende organisatie van het IJslandse paard) gejureerd.